Afbeeldingen toevoegen en wijzigen
U kunt foto's en afbeeldingen aan een document toevoegen vanuit uw iPhoto- of Aperture-bibliotheek of foto's slepen vanaf een website of vanuit de Finder. U kunt een afbeelding bijsnijden door een masker toe te voegen voor de gedeelten die u wilt weglaten en u kunt aanpassingen aanbrengen in de achtergrond en belichting.
Een afbeelding toevoegen
-
Voer een of meer van de volgende stappen uit:
Sleep een afbeelding uit de Finder of van een webpagina naar de pagina of naar een plaatsaanduiding voor een afbeelding.
-
Klik op 'Media' in de knoppenbalk en sleep een afbeelding uit uw iPhoto- of Aperture-bibliotheek.
U kunt op het vergrootglas klikken om een afbeelding te zoeken in uw iPhoto- of Aperture-bibliotheek.
Klik op in de rechterbenedenhoek van een plaatsaanduiding voor een afbeelding en selecteer de afbeelding die u wilt toevoegen.
Een foto bijsnijden
Bijsnijden is een manier om ongewenste delen van een afbeelding te verbergen zonder de afbeelding zelf te wijzigen. Gebruik de maskerregelaars om de delen van de afbeelding die u zichtbaar wilt houden, af te bakenen.
-
Klik dubbel op de afbeelding.
De maskerregelaars worden weergegeven. Het standaardmasker is even groot als uw afbeelding.
-
Gebruik de regelaars om te wijzigen welke delen van de afbeelding zichtbaar zijn.
Klik op 'Gereed'.
U kunt het masker op elk gewenst moment herstellen door dubbel te klikken op de afbeelding om de bijsnijregelaars weer te geven. Het is ook mogelijk om de afbeelding te selecteren en in het paneel 'Afbeelding' in het infovenster 'Opmaak' op 'Wijzig masker' te klikken.
De achtergrond en andere elementen uit een foto verwijderen
Met de functie 'Direct alfa' kunt u delen van een afbeelding transparant maken. Deze functie is handig als u een ongewenste achtergrond of kleur uit een afbeelding wilt verwijderen.
Selecteer de afbeelding.
Klik op 'Direct alfa' in het paneel 'Afbeelding' van het infovenster 'Opmaak'.
-
Klik in de afbeelding op de kleur die u wilt verwijderen en sleep vervolgens langzaam over de kleur. (Terwijl u sleept, wordt de selectie uitgebreid met de gedeelten waarin dezelfde kleuren worden gebruikt.)
De kleur overal verwijderen (zelfs in andere delen van de afbeelding): Sleep terwijl u de Option-toets ingedrukt houdt.
Een kleur weer aan de afbeelding toevoegen: Sleep terwijl u de Shift-toets ingedrukt houdt.
Klik op 'Gereed' of klik op 'Stel opnieuw in' om de oorspronkelijke afbeelding te herstellen.
De belichting, de verzadiging en andere instellingen van de afbeelding aanpassen
Selecteer de afbeelding.
-
Gebruik de regelaars in het paneel 'Afbeelding' van het infovenster 'Opmaak' om wijzigingen aan te brengen:
Belichting: Hiermee maakt u de totale afbeelding lichter of donkerder.
Verzadiging: Hiermee wijzigt u de intensiteit van de kleuren in de afbeelding. Wanneer u de schuifknop naar rechts sleept, worden de kleuren intenser of levendiger.
Verbeter: Hiermee past u de afbeelding automatisch aan door de rood-, groen- en blauwtinten gelijkmatig over het histogram te verdelen.
-
Om het histogram van de afbeelding weer te geven en geavanceerde functies zoals niveaus, gamma, temperatuur en tint aan te passen, klikt u op .
Klik op de knop 'Terug' om de oorspronkelijke instellingen te herstellen.
Tip: U kunt de volgende knoppen aan de knoppenbalk toevoegen: 'Afbeelding aanpassen', 'Direct alfa' en 'Snij bij'. U kunt het paneel 'Afbeelding aanpassen' ook in een afzonderlijk venster openen dat u overal naartoe kunt verplaatsen. Kies 'Weergave' > 'Toon 'Afbeelding aanpassen' (uit het Weergave-menu boven in het scherm).