1. Kies in Pages 'Archief' > 'Nieuw' (uit het Archief-menu boven in het scherm).

2. Klik op 'Briefpapier' aan de linkerkant van de sjabloonkiezer.

3. Scrol omlaag naar het gedeelte met enveloppen en klik dubbel op een envelopsjabloon.

4. Klik op 'Document' en klik vervolgens op 'Document'.

5. Kies een envelopformaat uit het tweede venstermenu in het gedeelte 'Printer en papierformaat'.

6. Klik in de envelopsjabloon op de plaatsaanduiding voor tekst in het gedeelte voor de geadresseerde en typ het adres.

   U kunt naar wens regels toevoegen of verwijderen.

7. Klik dubbel op tekst in het gedeelte voor het afzenderadres en typ uw eigen adres.

   Het afzenderadres is een tekstvak. Sleep de selectiegrepen om de grootte te wijzigen.

8. Kies 'Archief' > 'Druk af' (uit het Archief-menu boven in het scherm), kies een printer uit het venstermenu 'Printer' en klik op 'Druk af'.

Als u aangepaste enveloppen met uw afzenderadres wilt aanmaken, kunt u de envelop bewaren als een aangepaste sjabloon. Uw envelopsjabloon verschijnt in het gedeelte 'Mijn sjablonen' van de sjabloonkiezer als u de sjabloon daarin bewaart.

Contacten is een programma op uw Mac. Als u in Contacten namen en adressen bewaart, kunt u de contacten waarvoor u enveloppen of labels wilt afdrukken selecteren en in het afdrukvenster van OS X het formaat voor de envelop of het label instellen.

Voer de volgende stappen uit voor instructies over het afdrukken van contactgegevens:

1. Open Contacten op uw Mac door op het desbetreffende symbool in het Dock of in Launchpad te klikken.

2. Kies 'Help' > 'Contacten Help' (uit het Help-menu boven in het scherm) en typ "Druk contactgegevens af" in het zoekveld.

De sjablonen voor visitekaartjes zijn paginalay-outdocumenten, zodat alle tekst zich in tekstvakken bevindt. Wanneer u de plaatsaanduiding voor tekst op het ene kaartje wijzigt, wordt de tekst op de andere kaartjes in de sjablonen niet gewijzigd. U moet de tekst op elk kaartje afzonderlijk wijzigen.

1. Schakel hulplijnen in.

   Kies 'Pages' > 'Voorkeuren' (uit het Pages-menu boven in het scherm), klik op 'Linialen' en schakel de aankruisvakken voor hulplijnen in.

2. Kies in Pages 'Archief' > 'Nieuw' (uit het Archief-menu boven in het scherm).

3. Klik op 'Briefpapier' aan de linkerkant van de sjabloonkiezer.

4. Scrol omlaag naar het gedeelte met visitekaartjes en klik dubbel op een sjabloon.

   Met de nummers onder aan elke pagina wordt het commerciële visitekaartjespapier aangeduid waarvoor de pagina is ontworpen. Pagina's die u niet gebruikt, kunt u verwijderen. Klik hiervoor op 'Weergave' , kies 'Toon paginaminiaturen', selecteer de pagina en druk tot slot op de Delete-toets.

5. Klik dubbel op een plaatsaanduiding voor tekst op het eerste kaartje en typ uw eigen gegevens.

6. Selecteer de tekst en afbeeldingen op het gewijzigde kaartje en klik vervolgens in het paneel 'Orden' van het infovenster 'Opmaak' op 'Groepeer' onder in het paneel.

7. Verwijder de tekstvakken op het volgende kaartje.

8. Selecteer het visitekaartje met de gegroepeerde gegevens, kies 'Wijzig' > 'Kopieer' (uit het Wijzig-menu boven in het scherm) en kies vervolgens 'Wijzig' > 'Plak'.

   U kunt ook toetscombinaties gebruiken: Command + C voor kopiëren en Command + V voor plakken.

9. Sleep de kopie naar een van de andere kaartjes totdat de hulplijnen verschijnen.

   De hulplijnen verschijnen wanneer de nieuwe kopie horizontaal en verticaal exact is uitgelijnd met de tekst op de andere kaartjes.

10. Plak nogmaals en herhaal stap 11 totdat alle kaartjes klaar zijn.

11. Kies 'Archief' > 'Druk af' (uit het Archief-menu boven in het scherm), kies een printer uit het venstermenu 'Printer' en klik op 'Druk af'.