Een achtergrondkleur en rand toevoegen

U kunt de achtergrond van een alinea van marge tot marge een kleur geven. Ook kunt u een rand of lijn toevoegen aan de bovenkant, onderkant of zijkanten van alinea's.

Alinea met een stippellijn als rand.

Tip: U kunt de doorzichtigheid van een achtergrondkleur niet instellen. Als u de doorzichtigheid wilt wijzigen, kunt u een gekleurd blok toevoegen en hier een basisobject van maken, dat u kunt aanpassen zoals u wilt.

Een achtergrondkleur toevoegen aan alinea's

  1. Selecteer de alinea's waar u de achtergrondkleur wilt weergeven.

  2. Klik op de knop 'Lay-out' in het paneel 'Tekst' van het infovenster 'Opmaak'.

  3. Klik op het driehoekje naast 'Randen en lijnen'.

  4. Kies een kleur in het gedeelte 'Achtergrondkleur'.

    • Als u de kleuren van de sjabloon wilt zien: Klik in het kleurenvak aan de linkerkant.

    • Als u alle kleuren wilt zien: Klik op het kleurenwiel en kies een kleur in het venster 'Kleuren'.

Tip: Als u niet wilt dat de kleur van marge tot marge loopt, kunt u in plaats daarvan kleur achter geselecteerde tekst toevoegen.

Een rand of lijn toevoegen aan alinea's

  1. Selecteer de alinea's waaraan u de rand of regel wilt toevoegen.

  2. Klik op de knop 'Lay-out' in het paneel 'Tekst' van het infovenster 'Opmaak'.

  3. Klik op het driehoekje naast 'Randen en lijnen'.

  4. Kies een lijntype uit het venstermenu en klik op de pijlen in het bovenste waardeveld om de lijndikte aan te passen.

    Regelaars voor het wijzigen van de stijl, dikte, positie en kleur van de lijn.
  5. Kies een kleur uit het kleurenvak of het kleurenwiel naast het venstermenu voor de lijnstijl.

    • Als u de kleuren van de sjabloon wilt zien: Klik in het kleurenvak aan de linkerkant.

    • Als u alle kleuren wilt zien: Klik op het kleurenwiel en kies een kleur in het venster 'Kleuren'.

  6. Klik op een knop 'Positie' om aan te geven waar de lijn moet worden weergegeven.

  7. Klik op de pijlen voor het veld 'Afstand' om de ruimte tussen de lijn en de tekst eromheen aan te passen.

Als u een lijn wilt verwijderen, selecteert u de alinea en kiest u 'Geen' uit het venstermenu voor het lijntype.

Een rand rond een pagina toevoegen

  1. Klik op 'Vorm'  in de knoppenbalk en kies vervolgens het vierkant of het afgeronde vierkant.

  2. Sleep de selectiegrepen totdat de randen van het vierkant het gewenste randformaat hebben.

  3. Klik in het paneel 'Orden' van het infovenster 'Opmaak' in het gedeelte 'Plaatsing object' op 'Blijf op pagina' en kies 'Geen' uit het venstermenu 'Tekstomloop'.

  4. Klik op 'Stijl' in het infovenster 'Opmaak' en voer een of meer van de volgende stappen uit:

    • Een vormstijl toepassen: Klik op een van de vormstijlen boven in het paneel om snel een vulkleur, verlooptint, schaduw of ander kenmerk toe te voegen.

    • De randlijn wijzigen: Kies 'Lijn' uit het venstermenu 'Rand' en kies vervolgens een lijnstijl uit het venstermenu eronder. Klik op de kleurenvakken om de kleur van de lijn te wijzigen en klik op de pijlen om de dikte van de lijn te wijzigen.

    • Een fotolijststijl gebruiken: Kies 'Fotolijst' uit het venstermenu 'Rand' en kies vervolgens een fotolijststijl uit het venstermenu eronder.

    • De ondoorzichtigheid van een vulkleur wijzigen: Sleep de ondoorzichtigheidsschuifknop om een vulkleur of afbeelding ondoorzichtiger of juist minder ondoorzichtig te maken.

  5. Om de rand op elke pagina in een sectie te gebruiken, kiest u 'Orden' > 'Basissecties' > 'Verplaats object naar basissectie' (uit het Orden-menu boven in het scherm).

    De rand wordt alleen toegepast op pagina's in de desbetreffende sectie. Als het document meerdere secties heeft en u wilt dat de rand op elke pagina in het document wordt weergegeven, voegt u voor elke sectie de rand aan de basissectie toe.