De vormgeving van een diagram wijzigen
U kunt de vormgeving van het diagram wijzigen door een andere stijl toe te passen, het lettertype te wijzigen, een rand toe te voegen, enzovoort.
Een andere stijl toepassen op een diagram
De miniatuurafbeeldingen boven in het paneel 'Diagram' geven vooraf gedefinieerde stijlen weer die zijn afgestemd op de sjabloon die u gebruikt. U kunt op elk gewenst moment een andere stijl op een diagram toepassen.
Selecteer het diagram, en selecteer vervolgens in het paneel 'Diagram' van het infovenster 'Opmaak' een andere stijl uit de miniaturen boven in het paneel.
Als een diagram niet kan worden gewijzigd, is het mogelijk vergrendeld. Ontgrendel het diagram om wijzigingen aan te brengen.
U kunt de vormgeving van een diagram bewaren als een nieuwe stijl.
De vormgeving van diagramtekst wijzigen
Als u de vormgeving van diagramtekst wijzigt met de regelaars in het paneel 'Diagram' van het infovenster 'Opmaak', wordt alle tekst in het diagram gewijzigd. U kunt echter nog wel de naam van het diagram en de tekst van het waardelabel wijzigen, zodat deze tekst er anders uitziet. Dit doet u respectievelijk met de regelaars in de panelen 'Diagramnaam' en 'Waardelabels'.
Selecteer het diagram.
-
Voer een of meer van de volgende stappen uit in het paneel 'Diagram' van het infovenster 'Opmaak':
Het lettertype wijzigen: Kies een lettertype uit het venstermenu 'Diagramlettertype'.
De tekenstijl wijzigen: Kies een optie uit het venstermenu onder de naam van het lettertype.
-
De tekstgrootte aanpassen: Klik op de kleine of de grote A.
Alle tekst in het diagram wordt proportioneel (met hetzelfde percentage) vergroot of verkleind.
De vormgeving van een diagramreeks wijzigen
U kunt de vormgeving van afzonderlijke gegevensreeksen in een diagram wijzigen. Afhankelijk van het type diagram, kunt u onder andere het type opvulling, de kleur van de opvulling en de stijl van de omtrek (lijn) wijzigen. Voor spreidingsdiagrammen kunt u het puntsymbool wijzigen en verbindingslijnen toevoegen.
-
Selecteer het diagram en klik vervolgens op één element van een gegevensreeks (bijvoorbeeld één staaf of kolom, één cirkelsegment of één spreidingspunt).
De gehele gegevensreeks wordt geselecteerd.
-
Gebruik de regelaars in het paneel 'Stijl' van het infovenster 'Opmaak' om wijzigingen aan te brengen.
Om alle opties te zien, moet u mogelijk op het driehoekje naast de naam van elke sectie klikken.
Om de kleuren van de gegevensreeks te wijzigen, klikt u op de knop voor de diagramkleuren. Plaats de aanwijzer boven een kleurencombinatie om een voorvertoning weer te geven.
De wijzigingen zijn alleen van invloed op de geselecteerde gegevensreeks. Om de vormgeving van andere reeksen aan te passen, selecteert u een element uit een andere reeks en brengt u vervolgens de gewenste wijzigingen aan.
De afstand tussen elementen in staaf- of kolomgrafieken wijzigen
Voor een staaf- of kolomgrafiek kunt u de hoeveelheid ruimte tussen de kolommen of staven instellen.
Klik in het paneel 'Diagram' van het infovenster 'Opmaak' op het driehoekje naast 'Ruimte' en stel de gewenste ruimte in.
De positie van cirkelsegmenten wijzigen
Selecteer het diagram.
-
Selecteer een segment en sleep het.
Om meerdere segmenten tegelijk te verplaatsen, klikt u erop terwijl u de Command-toets ingedrukt houdt om de segmenten te selecteren en vervolgens versleept u de segmenten.
Om de positie van alle segmenten tegelijkertijd te wijzigen, selecteert u het diagram. Klik vervolgens in het paneel 'Segmenten' van het infovenster 'Opmaak' op het driehoekje naast 'Positie'. Sleep de regelaar 'Afstand tot midden' om de cirkelsegmenten te scheiden.
Een rand rond een diagram toevoegen
U kunt een rand toevoegen aan elk staaf-, kolom-, vlak- of spreidingsdiagram in 2D.
Selecteer het diagram.
Schakel in het paneel 'Diagram' van het infovenster 'Opmaak' het aankruisvak 'Rand' in bij het onderdeel 'Diagramopties'.
Om de vormgeving van de rand te wijzigen, klikt u op het driehoekje naast 'Achtergrond en randstijl' en brengt u de gewenste wijzigingen aan met behulp van de regelaars.
De diepte van een 3D-diagram en de vorm van reekselementen wijzigen
Selecteer het diagram.
Klik in het paneel 'Diagram' van het infovenster 'Opmaak' op het driehoekje naast '3D-scène'.
Met de regelaars in het gedeelte '3D-scène' kunt u wijzigingen aanbrengen.
De randen tussen reeksen of segmenten in een gestapeld 3D-diagram of een 3D-cirkeldiagram laten aflopen
In gestapelde 3D-staafdiagrammen of -kolomdiagrammen en 3D-cirkeldiagrammen kunt u het onderscheid tussen reeksen benadrukken door de raakvlakken van de reeksen te laten aflopen.
Selecteer het diagram.
Klik in het paneel 'Diagram' van het infovenster 'Opmaak' op het driehoekje naast '3D-scène'.
Schakel het aankruisvak 'Toon aflopende randen' in.