Alineastijlen gebruiken

Een alineastijl is een reeks kenmerken, zoals lettergrootte en kleur, die u snel op een hele alinea kunt toepassen. Alineastijlen zorgen ervoor dat de tekst in uw document er consistent uitziet.

Met alineastijlen kunt u documenten eenvoudig opmaken. Als u bijvoorbeeld de stijl 'Koptekst' toepast op alle koptekst in een document, en later de kleur hiervan wilt wijzigen, wijzigt u de kleur van de stijl 'Koptekst' en worden alle kopteksten automatisch bijgewerkt. U hoeft deze dus niet stuk voor stuk zelf te wijzigen.

Elke Pages-sjabloon bevat alineastijlen. Deze kunt u volledig aan uw wensen aanpassen. Op plaatsaanduidingstekst is al een alineastijl toegepast.

Alineastijlen worden weergegeven in het paneel 'Tekst' van het infovenster 'Opmaak', waar u er sneltoetsen aan kunt toewijzen.

Venstermenu 'Alineastijlen' met regelaars voor het toevoegen of wijzigen van een stijl.

Als u tekst wijzigt waarop een alineastijl is toegepast, verschijnt een sterretje naast de naam van de stijl dat aangeeft dat de stijl een opheffing bevat. U kunt de opheffing behouden of u kunt de stijl bijwerken, zodat alle tekst waarvoor die stijl is ingesteld wordt gewijzigd.

Een alineastijl toepassen

  1. Selecteer een of meer alinea's of klik in een alinea om de stijl op alleen die alinea toe te passen.

  2. Klik in het paneel 'Tekst' van het infovenster 'Opmaak' op de naam van de alineastijl boven in het paneel en kies een stijl uit het venstermenu 'Alineastijlen'.

Een sneltoets toewijzen aan een stijl

U kunt een sneltoets toewijzen (F1-F8) aan een alinea-, teken- of lijststijl.

  1. Voer een van de volgende stappen uit in het paneel 'Tekst' van het infovenster 'Opmaak':

    • Voor een alineastijl: Klik op de naam van de alineastijl boven in het paneel.

    • Voor een tekenstijl: Klik op het venstermenu 'Tekenstijlen'.

    • Voor een lijststijl: Klik op het venstermenu 'Ops.tek./lijsten'.

  2. Plaats in het venstermenu de aanwijzer op de naam van de stijl waar u een sneltoets aan wilt toewijzen en klik vervolgens op de pijl die wordt weergegeven.

  3. Klik op 'Sneltoets' en kies een toets.

    De sneltoets wordt nu ter referentie naast de stijlnaam in het menu weergegeven.

Om een sneltoets te verwijderen, kiest u 'Geen' uit het contextuele menu.

Opmerking: Om sneltoetsen te gebruiken op een draagbare computer, drukt u op de Fn-toets en de toetscombinatie.

Een nieuwe alineastijl aanmaken

  1. Klik op de alinea waarop u de nieuwe stijl wilt baseren.

  2. Klik in het paneel 'Tekst' van het infovenster 'Opmaak' op de naam van de alineastijl boven in het paneel.

  3. Klik op Knop voor een nieuwe stijl boven in het venstermenu 'Alineastijlen'.

  4. Voer een naam voor de nieuwe stijl in en klik vervolgens buiten het menu om het menu te sluiten.

Opheffingen verwijderen uit een alineastijl

Als u de opmaak wijzigt van tekst waarop een alineastijl is toegepast, wordt er een sterretje weergegeven naast de naam van de stijl. Als u de wijzigingen (de opheffingen) niet wilt behouden, kunt u de oorspronkelijke stijl herstellen.

  1. Klik op de alinea die de opheffing bevat.

  2. Klik in het paneel 'Tekst' van het infovenster 'Opmaak' op de naam van de alineastijl boven in het paneel.

  3. Klik in het venstermenu 'Alineastijlen' op de stijlnaam (grijs vinkje geeft een opheffing aan).

    De opheffing wordt gewist en de tekst keert terug naar de originele stijl.

Een alineastijl bijwerken

Als u de opmaak van tekst waarop een alineastijl is toegepast wilt wijzigen, kunt u de desbetreffende stijl bijwerken met de gewenste wijzigingen. U kunt de nieuwe alineastijl vervolgens ook gebruiken om andere tekst op te maken.

Als u een volledige alinea selecteert en vervolgens het lettertype, de grootte, de kleur of andere kenmerken van tekst in de alinea wijzigt, wordt naast de naam van de alineastijl boven in het paneel 'Tekst' de knop 'Werk bij' weergegeven. Om de stijl bij te werken met uw wijzigingen, klikt u op 'Werk bij'.

Als u niet de volledige alinea hebt geselecteerd voordat u de wijzigingen hebt aangebracht, ziet u een sterretje in plaats van de knop 'Werk bij'. U kunt de stijl dan echter nog wel bijwerken.

  1. Klik op de tekst die de stijl heeft die u wilt bijwerken.

  2. Klik in het paneel 'Tekst' van het infovenster 'Opmaak' op de naam van de alineastijl boven in het paneel.

  3. Plaats de aanwijzer op de naam van de stijl in het venstermenu 'Alineastijlen' (er staat een vinkje bij) en klik vervolgens op de pijl die wordt weergegeven.

  4. Kies 'Werk stijl bij'.

Een stijlnaam wijzigen

  1. Klik op een alinea die de stijl heeft waarvan u de naam wilt wijzigen.

  2. Klik in het paneel 'Tekst' van het infovenster 'Opmaak' op de naam van de alineastijl boven in het paneel.

  3. Plaats de aanwijzer op de naam van de stijl in het venstermenu 'Alineastijlen' en klik vervolgens op de pijl die wordt weergegeven.

  4. Kies 'Wijzig stijlnaam' en voer vervolgens een nieuwe naam in.

Een stijl verwijderen

U kunt een stijl verwijderen als deze niet wordt gebruikt in uw document. Als de stijl wel wordt gebruikt, kunt u er een vervangende stijl voor opgeven.

  1. Klik op een stuk tekst.

  2. Klik in het paneel 'Tekst' van het infovenster 'Opmaak' op de naam van de alineastijl boven in het paneel.

  3. Plaats in het venstermenu 'Alineastijlen' de aanwijzer op de naam van de stijl die u wilt verwijderen en klik vervolgens op de pijl die wordt weergegeven.

  4. Kies 'Verwijder stijl'.

Als u probeert een stijl te verwijderen die in gebruik is, wordt u gevraagd een stijl te kiezen ter vervanging van de stijl die u verwijdert.